Naast wijzigingen in het ontslagrecht en het flexrecht, was de aanpassing van de WW een belangrijke pijler van de Wwz. Onder het motto dat de WW activerender moest worden, werden diverse maatregelen doorgevoerd. In deze bijdrage komt aan de orde wat deze maatregelen inhielden en of deze maatregelen daadwerkelijk tot het beoogde (activerings-)effect hebben geleid.
1. Inleiding
De Wet werk en zekerheid (hierna: Wwz) heeft veel pennen in beweging gebracht. Zo werden diverse bijdragen gewijd aan de invoering van deze wet, waarbij de focus met name lag op de aanpassingen in het ontslagrecht.2Zie o.a.: R.A.A. Duk, 'Wet werk en zekerheid en het nieuwe ontslagrecht', TRA 2015/87; S.F. Sagel, 'Het ontslag op staande voet en de WWZ (I)', TRA 2015/45; B. Barentsen, 'Het ontslagrecht van de WWZ. De honden blaffen, maar de karavaan trekt verder', TRA 2015/67; E.C. van Fenema, 'Opzegging op de a- en b-grond volgens de WWZ', ArbeidsRecht 2014/50. Veel minder aandacht was er voor (de wijzigingen die de Wwz aanbracht in) de Werkloosheidswet (hierna: WW). Dit terwijl de aanpassingen in de WW eveneens een belangrijke pijler van de Wwz vormde. De regering had geconstateerd dat de WW er tot dan toe niet genoeg voor had gezorgd dat werklozen binnen afzienbare tijd weer terugkeerden op de arbeidsmarkt. Met name bij de groep oudere werklozen (lees: 55-plussers) was gebleken dat langdurige werkloosheid zich voordeed. Dit vertaalde zich in hoge (overheids)kosten en een minder goed werkende arbeidsmarkt. Met de veronderstelling dat een activerende WW deze problemen zou kunnen verhelpen, werden vanaf 1 juli 2015 diverse maatregelen doorgevoerd.3Kamerstukken II 2013/14, 33 818, nr. 3, p. 52. Wat deze maatregelen inhielden en of deze maatregelen daadwerkelijk voor het beoogde (activerings-)effect hebben gezorgd, wordt in deze bijdrage behandeld. Daarvoor wordt allereerst ingegaan op de essentie van de WW (paragraaf 2). Vervolgens wordt stilgestaan bij de doelstellingen van de WW(z) (paragraaf 3). Verder wordt een overzicht gegeven van de wijzigingen in de WW door de Wwz (paragraaf 4).4Bij dit laatste ligt de focus op de maatregelen in de WW zelf en niet op de punten die samenhangen met deze WW-maatregelen, zoals de maximering van de faillissementsuitkering, de doorwerking naar de ZW en WGA en de wijziging van de dagloonvaststelling WW per 1 juli 2015. Ook wordt niet ingegaan op de (indirecte) gevolgen van de wijzigingen van het ontslagrecht voor de WW, waaronder de vraag wanneer sprake is van verwijtbare werkloosheid. Zie hiervoor o.a.: G.C. Boot, 'Wwz en (verwijtbare) werkloosheid', ArbeidsRecht 2018/8; P.S. Fluit, in: De Wet werk en zekerheid (MSR nr. 72) 2018/9.3.3 e.v.; P.S. Fluit, 'Het nieuwe ontslag en de toegang tot de sociale zekerheid', TRA 2014/76. Daarna volgt een aantal statistieken (paragraaf 5), vindt een reflectie plaats (paragraaf 6) en wordt afgesloten met een conclusie (paragraaf 7).