In deze bijdrage wordt ingegaan op verschillende methoden en technieken die zich in het Nederlandse recht hebben ontwikkeld en die als het ware een corrigerende werking kunnen hebben op (het effect van) arbeidsrechtelijke constructies waarmee de grenzen van het recht worden verkend (en soms worden overschreden). Er wordt onder andere ingegaan op het leerstuk van simulatie, kwalificatievragen, de redelijkheid en billijkheid, misbruik van bevoegdheid en fraus legis. Daarbij wordt steeds stilgestaan bij de toepassing van deze 'correctiemechanismes' in het arbeidsrecht.