Modernisering van het concurrentiebeding is gewenst, om oneigenlijk gebruik tegen te gaan en kennisontwikkeling, innovatie en kenniscirculatie beter mogelijk te maken.
1. Inleiding
Concurrentie is een aanjager van welvaart, maar kan ook destructief zijn. Het vinden van een optimale mate van concurrentie is een grote uitdaging. Aan de ene kant is concurrentie nodig als prikkel om te blijven investeren, en is discontinuïteit van belang om nieuwe combinaties (innovaties) mogelijk te maken die uiteindelijk waardevoller zijn dan de bestaande situatie. Aan de andere kant is bescherming tegen concurrentie en discontinuïteit nodig om het rendement van investeringen te kunnen toe-eigenen. Voor concurrentie op de arbeidsmarkt geldt deze afweging ook: aan de ene kant is concurrentie goed om investeringen in menselijk kapitaal te prikkelen en om reallocatie van arbeid te realiseren die nieuwe combinaties stimuleert, of het opschalen van nieuwe combinaties mogelijk maakt. Dit argument wordt vaak gebruikt om de vermindering van ontslagbescherming te legitimeren. Aan de andere kant is het verminderen van concurrentie van arbeid nodig om lange termijn investeringen van werkgevers in werknemers rendabel te maken. Eén van de institutionele arrangementen om concurrentie van arbeid te verminderen is het concurrentiebeding.