Annotatie bij Hoge Raad 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:527
In 2021 heeft de Hoge Raad beslist dat de bedrijfsactiviteiten van Booking.com neerkomen op bemiddeling en Booking.com daarom een reisagent is in de zin van het verplichtstellingsbesluit van het pensioenfonds voor de reisbranche.2Hoge Raad 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:527, JAR 2021/122, m.nt. M. Heemskerk, PJ 2021/65, m.nt. E. Lutjens en NJ 2021/206, m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai. In dit artikel analyseer ik in hoeverre dit arrest een bredere betekenis heeft dan alleen voor online reserveringsplatforms in de reisbranche.
1. Het geschil tussen Booking.com en het pensioenfonds voor de reisbranche
Het pensioenfonds voor de reisbranche is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. De minister van sociale zaken en werkgelegenheid heeft met een verplichtstellingsbesluit de deelneming in het pensioenfonds wettelijk verplicht gesteld voor werknemers die werkzaam zijn in de reisbranche.3Verplichtstellingsbesluit van 23 december 1996 (Stcrt. 1996, nr. 250), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 juni 2015 (Stcrt. 2015, nr. 15992) en per 1 januari 2021 ingetrokken bij besluit van 22 december 2020 (Stcrt. 2020, 54893). Per 1 januari 2021 wordt de pensioenregeling voor de reisbranche uitgevoerd door het verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds PGB (Stcrt. 2020, 67755). Tot de reisbranche behoren onder meer ondernemingen die het bedrijf uitoefenen van het bemiddelen bij de totstandkoming van reisovereenkomsten (de zogenoemde reisagent). Het rechtsgevolg van deze verplichte deelneming is dat de werknemers en hun werkgevers de statuten en reglementen van het pensioenfonds moeten naleven (art. 4 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000). In de reglementen van het pensioenfonds staat onder meer de verplichting voor de werkgever om pensioenpremie te betalen aan het pensioenfonds.