‘Streng maar onrechtvaardig. De bijstand gewogen’, zo luidt de titel van een boek over de uitvoering van de Participatiewet waar ik vorig jaar aan mee mocht werken.2T. Kampen e.a. (red.), Streng maar onrechtvaardig. De bijstand gewogen. Van Gennep 2020. Eind december vorig jaar, vlak na de publicatie van dit boek, haalde een uitspraak over bijstand en de verrekening van boodschappen de media waarmee de titel van het boek ten volle tot uitdrukking kwam.
Waar ging het ook alweer over? De gemeente Wijdemeren had een bedrag van ruim € 7000,- teruggevorderd van een bijstandsgerechtigde nadat was gebleken dat zij van haar moeder wekelijks voor zo’n € 50,- aan boodschappen ontving. De rechtbank stelde vast dat betrokkene de inlichtingplicht van art. 17 Participatiewet had geschonden nu ze hiervan geen melding had gemaakt. Het op geld waardeerbare voordeel van de boodschappen was terecht in mindering gebracht op de bijstandsnorm.3Rb. Midden Nederland 14-10-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4746. Nb. deze uitspraak is gepubliceerd op 4 december 2020 (meer dan een jaar na de uitspraak) in verband met een onderzoek van de Universiteit Utrecht. Dat betrokkene als gevolg van hoge vaste lasten de boodschappen zelf niet kon betalen, maakte dit niet anders, aldus de rechter.4De hoge vaste lasten lijken uit later bekend geworden feiten onder andere te worden veroorzaakt door bezit van een (tweedehands) auto en een motor uit het ‘duurdere segment’. Zie ook CRVB 4-5-2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BM4267 waarin de Raad oordeelde dat de wekelijkse verstrekking van huishoudelijke artikelen en het mee-eten van de aan het gezin verstrekte voedselpakketten een op geld waardeerbaar voordeel oplevert. Ook in deze zaak werd een deel van de bijstandsuitkering teruggevorderd.